Ik doneer elke maand aan het Nederlands Herseninstituut via stichting Vrienden van het Herseninstituut, omdat níét doneren ons uiteindelijk allemaal geld kost. Dat klinkt misschien vreemd, maar de overheid en zorgverzekeraars hoeven dan minder geld uit te geven aan ziektekosten wanneer er minder mensen met hersenaandoeningen zijn. Natuurlijk is deze logica een beetje platgeslagen, maar er zit zeker een kern van waarheid in. Want als er betere diagnoses worden gesteld, betere behandelmethodes en er meer hulpmiddelen ontstaan, misschien zelfs wel geneesmiddelen, bespaar je vervolgens flink op de hoge ziektekosten. En dan hebben we het naast de puur financiële gevolgen nog niet eens gehad over het leed dat hersenaandoeningen veroorzaken – zowel voor patiënten als voor hun omgeving. Bijdragen aan het Herseninstituut creëert dus een win-winsituatie. En die bijdrage hoeft niet alleen maar in de vorm van geld te komen; je kunt je ook op andere manieren inzetten.
“Bijdragen aan het Nederlands Herseninstituut creëert een win-winsituatie”
Zo vertel ik vrienden en familie over het belangrijke werk dat hier verzet wordt, in de hoop dat zij vervolgens óók bijdragen. Daarnaast werk ik momenteel mee als proefpersoon bij het Spinoza Centrum en ben ik van plan om na mijn overlijden mijn brein te doneren aan de Hersenbank. Tevens laat ik een deel van mijn erfenis na aan het Nederlands Herseninstituut. Het is toch een geweldige gedachte dat je zelfs na je leven belangrijk kunt zijn voor de wetenschap én de maatschappij!
Gerard Douwes, Breda