fbpx

Hoe kleine stichtingen groot werk kunnen doen

Arnold Oosterbaan was lid van een Noord-Hollandse Rotaryclub. Het is bij deze clubs gebruikelijk dat ze lezingen organiseren, waarbij leden of gastsprekers vertellen wat hen bezighoudt. En zo maakte Arnold kennis met de wetenschappelijk onderzoek naar dementie. Grote onderzoeken naar de oorzaak van hersenziektes zijn belangrijk. Als arts begreep Arnold direct dat het genezen van dementie nog een lange weg te gaan heeft. Hij werd echter aangesproken door de verhalen van Erik Scherder over praktisch onderzoek. Hoe kunnen we de kwaliteit van leven van mensen die lijden aan de ziekte van Alzheimer verbeteren? Hoe kun je hun angsten of depressies verminderen en hoe kunnen we zorgen dat ze beter slapen? Uit deze verhalen werd ook duidelijk: onderzoek kost geld.  

Hoe zuur was het dat Arnold zelf uiteindelijk ook aan de ziekte van Alzheimer overleed. Ter nagedachtenis van hem richtte zijn familie de Arnold Oosterbaan Hersenstichting op. De Rotaryleden vonden dit een sympathiek idee en ondersteunden dit initiatief. Zo werd het mogelijk om een steentje bij te dragen aan de wetenschap. Niet aan grootschalige onderzoeken die gigantische bedragen nodig hebben. Maar juist om te zorgen dat kleine initiatieven toch uitgevoerd kunnen worden. Dat een geavanceerde microscoop kan worden aangeschaft. Of dat onderzoek nog een maand verlengd kan worden, om nét de benodigde gegevens te krijgen. 

In Nederland gaat een groot deel van de gelden voor wetenschap direct naar de universiteiten. Daarnaast wordt veel geld verdeeld door de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en ZonMW. Dit is voor een groot deel overheidsgeld, maar ook bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties vertrouwen de besteding van hun geld aan het NWO en ZonMW toe. Om in aanmerking te komen voor subsidie uit deze potten moeten wetenschappers hun plannen uitgebreid documenteren. De concurrentie is moordend. Slechts een op de tien aanvragen wordt gehonoreerd. 

De Arnold Oosterbaan stichting is gestopt met het werven van gelden voor hersenonderzoek. Hun laatste middelen heeft zij geschonken aan de Hersenvrienden. De stichting heeft er alle vertrouwen in dat de Hersenvrienden het geld goed zullen besteden en weten dat het inzamelen van geld voor belangrijk onderzoek door hen wordt voortgezet. 

 

Tekst: Annette Kolkman